Trajectcontrole in tunnels

Laatste verbetering 13 november 2018

Westerscheldetunnel

Omdat het oude systeem in de tunnel niet werkte, werd een nieuw systeem opgezet met portalen erbuiten. Met 8 kilometer is het de langste sectie (de drie secties op de A2 zijn samen 15 km).

In de eerste vier maanden ontvingen 5.018 mensen een boete voor te snel rijden. Dat is heel weinig vergeleken met andere nieuwe traject-controles. De reden is simpel: het verkeersaanbod is laag 15.000 passages per dag (A2: 180.000). Ook gaat maar 1 op de 360 passages over de schreef (op de A2 1 op 66).

De opbrengst wordt driekwart miljoen euro per jaar. Ruim voldoende om de investering te dekken (half miljoen) maar deze trajectcontrole staat er niet voor het gewin (A2 50-70 miljoen).

Maar zorgt hij voor veiligheid ?

De meeste tunnels in ons land zijn kort, maar de Westerscheldetunnel is 6,6 kilometer. Automobilisten willen zo snel mogelijk de buis uit, logisch. Dat kan want tunnels zijn geschikt voor hoge snelheden. De wegbeheerders zijn hier bezorgd over, omdat de gevolgen van een aanrijding groter zijn in een tunnel. Flitsen gebeurt niet, omdat de autoriteiten beseffen dat schrikreacties fataal kunnen zijn. De enige manier om te handhaven is traject-controle.

Wat is beter:

  • geen tc: keuze tussen langzaam rijden (rechts) en (links) snel en geconcentreerd.
  • met tc: geen keuze, iedereen langzaam, velen gefrusteerd.

Bij 100 km/u is de reistijd 4 minuten, bij 135 km/u is het 3 minuten. Het verschil lijkt gering maar in een lange tunnel telt elke minuut dubbel.

Men koos onder de Westerschelde voor een nachttunnel met “een minimale hoeveelheid licht die nodig is voor een veilige verkeerssituatie”. Korte tunnels worden fel verlicht. In een lange tunnel kunnen ogen (en wat erachter zit) wel wennen aan een lager verlichtingsniveau. Dan kun je misschien voldoende zien om veilig te rijden, maar velen vinden het onprettig.

De Westerscheldetunnel is dus lang, duister, snelheid geremd en prijzig (tolheffing 5 euro of 3 met abonnement).