Laatste verbetering 30 oktober 2019
Bestuurlijk Nederland zet al jaren in op OV, fiets en de combinatie van beide. Met de fiets naar en/of van het treinstation wordt alom gezien als een goed alternatief voor de auto.
Men gaat voorbij aan het ruimtebeslag op de nijpendste plekken van het land: de binnensteden.
Er is steeds meer ruimte nodig om het grote aantal fietsen te stallen1.
Alle vormen van fietsenstallingen hebben een of meer stevige nadelen:
- rekken op het maaiveld: rommelig, neemt veel ruimte in beslag, hinder voor voetgangers;
- fietsflat of afgedankte veerpont2: best lelijk;
- ondergronds: erg duur, of inpandig-bovengronds: duur en neemt ruimte in beslag.
Deze nadelen worden te weinig erkend.
Een treinstation en de spoorlijnen eisen al veel ruimte op. De fietsenstallingen komen daar bij.
We moeten ons afvragen wat beter is voor de stad: het stadshart in fietsen, de fiets stallen en de trein nemen of met de auto de stad uit rijden.
De eerste optie legt een groter beslag op de ruimte in de binnenstad en vergt meer publiek geld3.