Verkeersboetes aanvechten

Deze pagina is van dienstverlener IBOP Juridisch

Verkeersboetes gevraagd !

IBOP ontdekte fatale wettelijke gebreken bij het opleggen van verkeersboetes: essentiële documenten en bevoegdheid ontbrekenDat betekent dat vrijwel alle bekeuringen onrechtmatig en aanvechtbaar zijn.

In beroep gaan doe je niet alleen voor jezelf maar ook voor de rechtstaat. Elke verkeersboete is een opstapje naar het beëindigen van dit onrecht.

Op deze pagina meer over verkeersovertredingen en andere bezwaren tegen de boetes op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften WAHV.

Welke boetes ?

IBOP gaat graag voor u in beroep tegen boetes met de M, ook

  • bij kleine boetes
  • als u al betaalde maar de beroepstermijn niet is verstreken
  • na staandehouding, ook als fietser of voetganger
  • tegen meerdere boetes
  • voor minderjarigen.

Stappen en uitkomsten

Middels het korte intake-formulier vraagt u IBOP om in beroep te gaan. IBOP verzendt een bevestigingsmail en gaat voor u in beroep. Het beroepschrift bevat de algemene argumenten en gronden die in uw geval toepasselijk zijn. De boete-incasso wordt uitgesteld. Hier het hele traject bij het Juridisch Loket

Als de Officier van Justitie het beroep gegrond verklaart dan vervalt de boete en ontvangt u een kleine proceskostenvergoeding.

Als de Officier van Justitie het beroep ongegrond verklaart dan moet u zekerheid stellen zodat we beroep kunnen instellen bij de kantonrechter.

Als de kantonrechter het beroep gegrond verklaart dan ontvangt u een proceskostenvergoeding plus het boetebedrag.

Als de kantonrechter het beroep ongegrond verklaart dan gaan we in hoger beroep*. Als het gerechtshof het beroep gegrond verklaart dan ontvangt u een proceskostenvergoeding plus het boetebedrag.

* Dit kan volgens de wet alleen als de boete hoger is dan 110 euro, maar als de overheid stelselmatig de wet overtreedt dan moet het gerechtshof beoordelen of deze drempel echt prevaleert.

Wat kost het ?

IBOP werkt anders dan de no-cure-no-pay-bureaus maar ook bij mij hoeft u niets te betalen bij een falend beroep.

Particuliere klanten bepalen na een geslaagd beroep de vergoeding voor IBOP.  Ik geef per geval wel een richtlijn, overwegende onder meer het boetebedrag, de werkzaamheden, de proceskostenvergoeding en de eventuele reiskosten.

Rechtspersonen betalen na een geslaagd beroep een slaagtarief  (success fee) dat afhangt van de werkzaamheden.

  • Indienen beroepschrift OM € 35
  • Indienen beroepschrift rechtbank € 55
  • Bijwonen zitting € 90
  • Indienen beroepschrift gerechtshof €75

De slaagkans is voor rechtspersonen nog groter dan voor particulieren vanwege een steekhoudend argument. Bedrijven kunnen verwachten dat de Officier van Justitie de sanctie vernietigt. De kosten zijn dan 35 euro.

Er zijn twee versies van de algemene voorwaarden.

Intake-formulier

Dwangbevel gezocht voor proefproces

Aan het einde van het incassotraject krijgt de betrokkene een kennisgeving van verhaal zonder of met dwangbevel. Dan kan ik een verzetschrift indienen waar het OM op kan reageren. De rechter beslist dan of de beschikking geldig of nietig is. Indien ‘nietig’ zal de rechter een proceskostenvergoeding toekennen en de teruggave van  het griffierecht en eventueel het al betaalde deel van de boete.

Met deze aanpak wil ik de meest getroffen slachtoffers uit de brand helpen. Het is bekend dat verkeersboetes en de verhogingen schulden doen ontstaan of problematisch maken. Lees hier over de doelgroep

Wordt u bedreigd door verhaal, dan kunt u zich aanmelden voor een proefproces. We overleggen over de aanpak en de kosten/baten, en maken een aparte overeenkomst. Het indienen van een verzetschrift kost 90 euro.

 

Een element uit de bewijsvoering

Wat is de juiste procedure bij bestuurlijke boetes ?

Verkeersboetes heten bestuurlijke boetes maar de WAHV heeft eigen regels, die principes uit het bestuursrecht niet opheffen.

Een (opsporings)ambtenaar moet bij elke overtreding verklaren dat zij/hij hem heeft geconstateerd in een ambtsedige verklaring. Een foto van een snelheidsovertreding (plus data) is geen bewijs totdat een ambtenaar hem bekrachtigt. Dan staat de overtreding wettelijk vast, maar is er nog geen boete.

De ambtsedige verklaring is de basis voor de beschikking. In die akte noteert de ambtenaar haar/zijn beslissing om de sanctie op te leggen. Vanaf dat moment heeft de betrokkene de plicht om te betalen, tenzij hij/zij in beroep gaat. Uiteraard moet die plicht aan de betrokkene gemeld worden, door een afschrift van de beschikking op te sturen. Op die brief mag de naam van de ambtenaar ontbreken, maar op de beschikking niet evenals de (digitale) handtekening.

Overigens noemen OM en CJIB het een inleidende beschikking maar die term staat niet in de wet.

In de Mulder-praktijk worden twee stappen overgeslagen zodat geen wettelijke sanctie ontstaat. Bovendien is het onjuist dat het CJIB de afschriften verzendt. De wet zegt er niets over maar het spreekt vanzelf dat de politie of de RDW de afzender is en de verzending verzorgt. De gegevens gaan dan ook naar het CJIB, die de incassofase beheert.

Zijn de argumenten sterk of zwak ?

Oordeel zelf.

  • In januari 2025 werd een beroep gegrond verklaard, op een beroepschrift dat minder sterk was als de huidige  Mulder-zaak gewonnen. Het OM zond de zaak niet binnen zes weken naar de rechtbank zoals vereist, maar na bijna negen maanden.
  • Op mijn klacht bij het CJIB kwam geen reactie; toen ik belde kon de medewerker mijn klacht niet vinden. Juni 2025
  • Mijn klacht/verzoek bij het ministerie van Justitie en Veiligheid werd na een maand beantwoord door de afdeling Burgerbrieven. De twee kritiekpunten werden omzeild. Mei 2025
  • In oktober 2023 vroeg ik bij het CJIB naar het protocol voor de verwerkingsketen snelheidsboetes op kenteken en documenten waaruit de rol van de verbalisant blijkt. Op 2 mei 2024 kreeg ik een ongeloofwaardige reden voor het verzuim en een antwoord. In plaats van documenten kwam een beschrijving van de procedure (134 woorden) en een verwijzing naar een niet relevant besluit van de minister over de aanwijzing van BOA’s bij het CJIB.
  • In maart heb ik het verzoek herhaald. Het CJIB onthulde dat het op 26 maart ingediende verzoek (bij CVOM) pas na twee maanden -op 23 mei- aan het bureau werd doorgestuurd.
  • Mijn e-mail aan het vakblad Verkeersrecht (30 september) blijft onbeantwoord.
  • Het OM beslist niet vlot op mijn actuele beroep; de 16 weken lopen af op 11 november, zie volgend stuk.

De zaak Zalk

In mei passeerde ik met gepaste snelheid (81 km/u, gemeten) een flitspaal. Niets bijzonders maar bestuurlijk Nederland vindt van niet en stuurde een boete. Op dat stuk van de N50 is de snelheidslimiet 70 km/u voor de stoplichten die verzorgingsplaats Zalkerbroek ook voor de andere rijbaan bereikbaar maken. Op die autoweg geldt verder de (RVV)limiet van 100 km/u (behalve bij Kampen.

Op 30 juni diende ik het beroep in. Het OM reageerde 0o 18 augustus met een -gevraagde- bel-afspraak (24-9), 2 foto’s en een zaakoverzicht.

Het OM moet beslissen voor 11 november of de termijn met 10 weken verlengen.

In principe heeft een autoweg geen gelijkvloerse kruispunten, vanwege de hoge snelheden. En evenmin stoplichten.

De verzorgingsplaats (Zalkerbroek) moet uit beide richtingen bereikbaar zijn. Een ongelijkvloerse aansluiting zou te duur zijn (of stikstof?) en men koos voor stoplichten.
De beslisketen: verzorgingsplaats bereikbaar > stoplichten > limiet 70 km/u > 2 flitspalen (alleen snelheid, geen roodlicht gek genoeg) levert een bonnenberg op.

De twee palen leverden samen 28-duizend boetes op in 2024; de ene staat op plek 20 qua ‘instroom’. Ze zijn kennelijk in 2023 geplaatst: in dat jaar samen tweeduizend bonnen.

Arcadis: stelde in juli 2022

Een gelijkvloers kruispunt met verkeerslichten op een 100 km/h stroomweg ligt niet in het verwachtingspatroon van de weggebruiker. Het verkeerslicht staat vaak op groen []. In combinatie met [] twee opstelstroken [] zijn de passeersnelheden mogelijk hoog en bestaat er risico op roodlichtnegatie.

Volgens het AD (juli 2023) adviseert Arcadis de verkeerslichten weg te halen. Dat is de beste oplossing; een auto kan de twee stroken in twee of drie tellen oversteken. Het zicht moet natuurlijk vrij zijn.

De overheid maakte nog een fout: voor de lagere limiet vond ik geen verkeersbesluit, waardoor hij ongeldig is: alle boetes illegaal. Op 10 september legde ik dit voor aan het CVOM. Lees hier de voortgang

Borden in orde ?

Op de pagina over snelheidslimieten staat

De overheid moet overal de snelheidslimiet ondubbelzinnig presenteren, met borden na elk kruispunt of oprit. Als ergens geen bord staat dan geldt het voorafgaande bord, maar het hangt af van de situatie of het dan klopt. Als men bij het oprijden van een autoweg geen A01-80-bord tegenkomt dan geldt de limiet van het RVV: 100 km/u.

Voor snelheidscontroles met flitspalen en trajectcontroles moet de bebording regelmatig gecontroleerd worden en vastgelegd in een schouwrapport. Bij mobiel flitsen doet de ambtenaar het ad hoc en is geen schouwrapport nodig, zo stelde het gerechtshof. 

Omdat a. veel betrokkenen boven de limiet gaan op plekken die hen minder bekend zijn, b. de beschikking pas achteraf komt, c. zij niet willen omrijden om het bord te zoeken, is het logisch dat het OM het bewijs van bebording levert.

Borden boven regel

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens RVV, art. 63 zegt: Verkeerstekens gaan boven verkeersregels. Enkele voertuigtypen hebben een eigen limiet: 80, 90 of 100 volgens het RVV art. 22. Volgens artikel 63 geldt voor hen de hogere snelheidslimiet als A01-borden die tonen. Dan mogen zij 100, 120 of 130 rijden. 

N.b. 130 alleen als een bord dat aangeeft. Na een bord A01-100 met ‘6-19 uur’ geldt na zevenen voor deze voertuigtypen niet de algemene regel/limiet 130 km/u (art. 21) maar de bijzondere bepaling in art. 22.

> Meer op de pagina over snelheidslimieten <

Ik vroeg dit aan de Helpdesk Verkeer en Vervoer van het CVOM. Het antwoord negeert artikel 63 en omzeilt het conflict:

Het klopt dat voertuigtypen een eigen limiet hebben, zij mogen volgens de wet niet harder rijden ook al geldt er een hogere snelheidslimiet. [] Is de maximumsnelheid op het A1 bord hoger, dan geldt de snelheidslimiet volgens het voertuigtype. Een vrachtwagen mag op een autoweg, waar een maximumsnelheid geldt van 100 km/u, 80 km/u rijden.

AI-assistent DeepSeek R1 komt tot dezelfde conclusie, na correcties mijnerzijds. De kern:

Combinatie van art. 22 en art. 63

  • Als een A01-bord een hogere snelheid toont dan de art. 22-limiet, mag het voertuig de bordlimiet volgen.
  • Voorbeeld: Een vrachtwagen (normaal 80 km/u) mag op een weg met een A01-bord “100” wel 100 km/u rijden.
  • Als een A01-bord een lagere snelheid toont, geldt de laagste limiet (het bord).

Bedrijfsgegevens

Sociale onderneming IBOP Juridisch

e-mail / 020-4200452 / KvK-nr 98299603

Dirk Vreekenstraat 74 , Amsterdam

Algemene voorwaarden / Privacyverklaring

Tijdlijn

Rond 2014 heb ik deze kwestie grondig bestudeerd, het resultaat stond op baluw.nl, met een stappenplan en voorbeeldbrieven.

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft sinds 2014 een aantal tegenstrijdige uitspraken gedaan over de vraag of een WAHV-sanctie door een bevoegde ambtenaar is opgelegd en beboeten middels computers is toegestaan.

In december 2016 heeft het gerechtshof mijn hoger beroep tegen een boete door een trajectcontrole afgewezen.

De kantonrechters wezen beroepen met deze grond steevast af, overigens zonder verwijzing naar de arresten van het gerechtshof. Zij steunen het OM. Als rechters per sé partij kiezen voor het OM dan houdt het op, net als bij het toeslagenschandaal.

Sinds 2018 stond  hier (ibop) een korte pagina over de WAHV.

In maart ’24 kwam Merel van Rooy bij Op1 vertellen over haar boek De Boetefabriek en ik vond een artikel over de begrensde bevoegdheden van BOA’s. Ik pakte de draad weer op: een verbeterd beroepschrift en deze pagina.

Sinds september 2025 is IBOP Juridisch een officiële dienstverlener.

Laatste verbetering 24 oktober 2025

Scroll naar boven