Beroep gegrond, eenmalig ?
Mijn beroep tegen een boete wegens (iets) sneller rijden dan toegestaan werd gegrond verklaard. Voor het eerst na vele procedures, dus ik kan blij zijn. Maar de motivering is zo vreemd dat het onzeker is of het een precedent schept.
Op deze pagina leg ik uit waarom de procedure van volautomatisch beboeten niet door de beugel kan, en hoe je in beroep kunt gaan.
Tot dusver hebben het OM en de kantonrechters mijn argumenten weggewuifd.
Ik ging in oktober 2023 in beroep tegen een Mulder-boete met een korte versie van mijn beroepschrift. De beslissing van het OM kwam na vier maanden, op 13 februari 2024.
Op 1 april stuurde ik het volledige beroepschrift voor de kantonrechter. Het CVOM (centrale verwerking) moet de zaak overdragen naar de rechtbank.
Het beroepschrift [] worden door de officier van justitie aan de rechtbank ter kennis gebracht binnen zes weken nadat de indiener zekerheid heeft gesteld []. WAHV art. 11.1
Die betaling deed ik op 29 februari. Het doorzenden gebeurde niet in april, maar rond 19 november, na bijna negen maanden.
(Op 30 september meldde het OM de overdracht aan de rechtbank, binnen 8 dagen …)
Ik weet niet of het OM andere zaken zo lang vasthoudt. In 22/23 werd mijn zaak 8 maanden vastgehouden. Geeft te denken. meer over termijnen, ook antwoorden van het CVOM
Tijdens de zitting (7 januari) was ik in Spanje. De uitspraak volgde op 21 januari.
Betrokkene stelt dat de boete niet is opgelegd door een ambtenaar, maar geheel geautomatiseerd is binnengekomen 1.
Ook stelt betrokkene dat hij niet is staande gehouden,terwijl dat wel mogelijk was 2, dat het Centraal Justitieel lncassobueau niet bevoegd is om beschikkingen op te leggen 3 en dat van de gedraging geen proces-verbaal is opgemaakt 4.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep gegrond te verklaren. De vertegenwoordiger heeft daarover in het bijzonder aangevoerd dat het CVOM niet kan aantonen dat de bebording in orde was 5.
Oordeel: Het beroep is gegrond.
Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep gegrond te verklaren, nu niet kan worden aangetoond dat de flitspaal ten tijde van de gedraging aan de gestelde eisen voldeed 6a.
De kantonrechter zal, alles afwegend en mede gelet op artikel 6:19 Awb, de vertegenwoordiger van de officier van justitie hierin volgen en het beroep gegrond verklaren.
Het zaakdossier bevat geen schouwrapporten waardoor niet kan worden aangetoond dat de flitspaal ten tijde van de gedraging aan de gestelde eisen voldeed. 6b
De gedraging kan daardoor niet worden vastgesteld. De bestreden beslissing dient dan ook te worden vernietigd.
Beslissing:
De kantonrechter:
– verklaart het beroep gegrond;
– vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
– vernietigt de initiële beschikking;
– draagt de officier van justitie op het gehele aan zekerheid gestelde bedrag terug te betalen.
U ziet het goed: mijn argumenten (1 en 3) worden genoemd maar niet gewogen of beoordeeld.
Punten 2 (niet staande gehouden) en 4 (geen proces-verbaal) stonden niet in het eerste beroepschrift maar wel in de beslissing van het OM.
De Officier van Justitie voegde maar liefst vier argumenten toe, twee in zijn beslissing en twee ter zitting die de betrokkene ‘vrij spraken’. Dat laatste is ongebruikelijk, zelfs bizar. En rechter Wieringa merkte dit niet op. Door tijdsdruk of om een andere reden ?
Ook vreemd: de Officier van Justitie noemt (het gebrek bij) de bebording (5) en de rechter de flitspaal (6a/b). In 6b gebruikt de rechter ten onrechte het woord ‘schouwrapporten’ want die gaan over de bebording. Dit is verre van zorgvuldig.
Punt 5 is de wereld op z’n kop: het ontbreken van verkeersborden of schouwrapporten wordt door betrokkenen aangevoerd, nooit door het OM.*
Zoals gezegd: het is onzeker of het een precedent schept. Een jaar eerder negeerde een kantonrechter bijna hetzelfde beroepschrift en ging mee met het OM. Maar zouden OM en rechter zo handelen als mijn argumenten weerlegbaar zijn ?
* Of de dossiers altijd een schouwrapport bevatten weet ik niet. In een zaak werd bezwaar gemaakt vanwege het ontbreken van een verkeersbord voor een trajectcontrole. Het gerechtshof merkte op dat in het proces-verbaal een controle (schouw) van de bebording werd genoemd, 9 dagen voor de overtreding en geen controle erna. Zo ontstond bij het hof “gerede twijfel” of op de pleegdatum borden aangaven dat de maximumsnelheid 100 km/u was. De beschikking werd vernietigd. De raadsheer onderzocht niet of de betrokkene al op de A2 reed of van de oprit kwam. In het eerste geval zou het laatste geziene A01-bord gelden ? Wat stond bij het begin van de oprit ?
De boete is op 16 april terug geboekt, 3 maanden na de uitspraak vanwege de termijn voor het instellen van hoger beroep.
Laatste verbetering 27 september 2025


